Door Petra de Boer
Ambtenaren worden aangespoord om uit hun ‘systeemwereld’ te stappen en aan te sluiten bij de leefwereld van burgers, van ‘echte’ mensen. Maar ik kan helemaal niets met de tegenstelling tussen systeemwereld en leefwereld. Op zoek naar de oorsprong van deze begrippen, stuit ik op het verhelderende artikel Systeem- en leefwereld: hoe de kloof te dichten van onderzoeker Wouter Mensink (Sociale Vraagstukken, 2015). De classificatie blijkt afkomstig van de Duitse filosoof Habermas. Al in de jaren ’80 van de vorige eeuw maakt hij onderscheid tussen een ‘politiek-economisch systeem’ aan de ene kant en de ‘op communicatie gerichte leefwereld’ aan de andere.
Begin deze eeuw is cultuurpsycholoog Jos van der Lans een van de verspreiders van het concept in Nederland. Hij beschrijft het als volgt: ‘De systeemwereld is alles wat mensen ontwikkeld hebben aan instellingen en structuren op gebieden als economie, politiek, onderwijs, wetenschap, overheid, gezondheidszorg, verzorgingsstaat enz. enz. Dus een buitengewoon ongelijksoortige verzameling van systemen en subsystemen. De leefwereld is het ervaringsdomein, waarin mensen met elkaar omgaan in en buiten de systemen’.
Dat is helder, maar wat kunnen we ermee? Ik geef toe, het benoemen van de tweedeling heeft pijnlijk zichtbaar gemaakt dat we zijn doorgeslagen in de aandacht voor systemen, procedures en protocollen. En dat we daarmee de ervaringen van gewone burgers uit het oog zijn verloren. Maar dan?
Self-fulfilling prophecy
Wanneer jij na het ontbijt je jas aantrekt, naar kantoor fietst en achter je bureau gaat zitten, heb je je dan van de leef- naar de systeemwereld verplaatst? Ben je dan voor een paar uur geen mens van vlees en bloed meer, met ervaringen, behoeftes en dromen, en met familie en vrienden die net als jij hun leven leven? Word je dan opeens een professionele buitenstaander die alleen nog kan denken in structuren en stelsels ontworpen om de samenleving te ordenen en in bedwang te houden?
Ik denk het zo niet werkt, of in ieder geval niet zou moeten werken. Ik geloof net als Mensink dat het benadrukken van de kloof tussen systeem- en leefwereld een self-fulfilling prophecy is geworden. Hoe meer we erover praten, hoe meer we erin geloven, hoe meer beide denkbeeldige werelden zich van elkaar verwijderen. En dat is nu net wat we niet willen. Hoe kunnen we hier dan mee omgaan?
Levende systemen
Als het gaat over complexe maatschappelijk vraagstukken – denk aan ouderenzorg, de energietransitie, armoedebestrijding, landbouwhervormingen, etc. – denk dan liever in ‘levende systemen’. Een levend systeem als samenspel van actoren en factoren in relatie tot het vraagstuk dat voorligt. Dus niet alleen mensen, maar ook organisaties, middelen, meningen, activiteiten en relaties die elkaar wederzijds beïnvloeden. Complexe adaptieve systemen die voortdurend in beweging zijn, telkens op zoek naar een nieuwe balans.
Door er zo naar te kijken, zitten we opeens met z’n allen in hetzelfde schuitje. Dan zijn bestuurders en beleidsmakers onderdeel van dezelfde wereld als gewone burgers. Mensen die niet alleen belang hebben bij goede oplossingen, maar bij uitstek ook ervaring met de vraagstukken waar de overheid oplossingen voor zoekt. En vergeet ook de professionals op de werkvloer niet – denk aan verplegers, installateurs, hulpverleners, boeren. Met hun voeten in de klei hebben zij specifieke expertise die onmisbaar is voor oplossingen die ook in de praktijk uitvoerbaar zijn.
Als we denken in levende systemen, dan kijken we niet langer vanuit de systeemwereld naar de leefwereld of andersom. Dan kunnen we het wij-zij-denken achter ons laten. Dan bekijken we de situatie samen met alle actoren, ieder vanuit het eigen perspectief. Dan erkennen we mogelijk uiteenlopende belangen en onderscheidende rollen, als levend systeem dat we met elkaar vormen. Dan benutten we de diversiteit om te begrijpen wat er echt aan de hand is en kunnen we samen verantwoordelijk nemen voor de veranderingen die nodig zijn.
Want, een levend systeem met mensen van vlees en bloed kan alleen zichzelf veranderen. Daarvoor moet het wel eerst leren om naar zichzelf te kijken, en zich niet blind te staren op ‘de ander’.
Jouw bril?
Vind jij het onderscheid tussen leef- en systeemwereld juist wel waardevol? Of heb je een vraagstuk voor ogen dat bij uitstek gebaat zou zijn bij een systemische aanpak? Ik ben benieuwd naar jouw perspectief!