Door Petra de Boer – In 2012, een jaar voordat ik bij Perspectivity kwam, kreeg ik een eervolle vermelding in de essaywedstrijd van de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer en dagblad NRC Next (mei 2012). De vraag die voorlag: “Hoe kan de relatie tussen overheid en burger worden verbeterd?”
In mijn essay betoogde ik dat we moeten ophouden met elkaar in debat te gaan en veel beter in dialoog kunnen onderzoeken wat ons bindt in plaats van wat ons scheidt. Hier onder mijn essay.
BAN HET DEBAT – GA IN GESPREK
Voor het gemeenschappelijk belang Ik heb een simpel idee om de band tussen burger en overheid te verbeteren. Een eenvoudig, maar doeltreffend plan dat reeds op vele plekken in de wereld met succes is toegepast. Burgers en overheid zullen elkaar niet direct in de armen vallen, maar geleidelijk weer samen optrekken voor de publieke zaak. De essentie van ‘mijn’ plan: schaf het debat af en ga weer met elkaar in gesprek. Ik hoor het je al denken: “Op z’n Cohen’s zeker, samen kopjes thee drinken! Waar heeft dat nu toe geleid?” Maar het kan ook anders, meer gestructureerd, verbindend en actiegericht. Toen ik een paar jaar terug dankzij Hans Keijzer van Stichting Perspectivity kennismaakte met de principes van dialoog, viel het kwartje bij mij ook niet direct. Want wat is nu precies het verschil is tussen debat en dialoog?
Debat versus dialoog
Debat focust op verschillen. In een debat ben je voortdurend bezig elkaar te overtuigen van je eigen gelijk. Je herhaalt argumenten om je eigen standpunt te onderstrepen en om die van de ander onderuit te halen. Het debat kent één winnaar en vele verliezers; er kan er immers maar één gelijk hebben. De dialoog focust op gemeenschappelijkheid, of zoals de Amerikanen het zo mooi noemen, op ‘common ground’. In een gestructureerde dialoog verken je persoonlijke achtergronden en drijfveren, wissel je kennis uit en ga je op zoek naar gedeeld belang. Om op basis daarvan concrete acties te bedenken waar ieder zijn steentje aan kan bijdragen. Volgens mij moeten we stoppen met elkaar voortdurend te willen overtuigen van ons eigen gelijk. Op tv, in het parlement en in kleine achterzaaltjes in de provincie. Het kost veel energie en zet tegenstellingen op scherp. We zouden veel vaker het gesprek aan moeten gaan. Met alle betrokkenen op zoek naar wat ons bindt en naar oplossingen in plaats van naar problemen.
De tegenstelling vergroot
Ik schoof onlangs aan bij een debat over veiligheid, georganiseerd door mijn stadsdeel in Amsterdam. Ik voel me behoorlijk veilig, maar woon dan ook aan de ‘goede’ kant van de kade. Ik kwam vooral uit nieuwsgierigheid, om te ervaren wat zo’n debat nu oplevert. Al tijdens de introductie protesteerde een meneer in de zaal dat dit gepraat allemaal niet opschoot; hij wilde actie. Hij werd –terecht- terechtgewezen door de debatleider, je wil immers wel weten met wie en waarover je debatteert. In het panel ondermeer de stadsdeelvoorzitter, een slachtoffer van geweld en een aantal welzijnswerkers. De zaal zat vol met getergde en geplaagde burgers die vinden dat de overheid onvoldoende doet om hun problemen op te lossen. Het debat sprong alle kanten op, zoals meestal in een debat. Het publiek werd uitgenodigd om eigen ervaringen in te brengen, waar een paar man gretig gebruik van maakte. Met merendeel van het publiek –een man of 70– luisterde gelaten toe. De stadsdeelvoorzitter bleek de meeste problemen wel te kennen en had de oplossing ook niet paraat. Na twee uur heen en weer gepraat beloofde zij dat het stadsdeel zich wederom extra zou inspannen om de problemen te lijf te gaan. Enkele gefrustreerde bewoners hadden de bijeenkomst al voortijdig verlaten.
Allemaal experts
Wat als we die avond met zijn allen in gesprek zouden zijn gegaan? Met mensen uit alle belangengroepen –politiek en ambtenaren, belaagde en betrokken burgers, politie en straatcoaches, hangjongeren en welzijnswerker, ondernemers en corporatiebestuurders. Geen van ons heeft immers zicht op de hele problematiek, laat staan het ei van Columbus voorhanden. Maar allemaal zijn we ‘expert’, (ervarings)deskundig op ons eigen terrein, en hebben we een deel van de wijsheid in pacht. Als we in kleine groepjes, aan de hand van concrete vragen met elkaar in gesprek waren gegaan, hadden we het probleem in de volle breedte kunnen verkennen. Dan was iedereen aan bod gekomen, in plaats van alleen een paar probleemgevallen. Samen hadden we kunnen zoeken naar structuur, de grote lijnen; om beter te snappen wat oorzaken en gevolgen zijn en om onderling begrip te vergroten. En we hadden concrete plannen kunnen bedenken, grote en kleine acties, waar niet alleen de overheid, maar iedereen –ook burgers, wijkcoaches en corporaties– de volgende dag al mee aan de slag had kunnen gaan. Misschien kunnen we het gewoon eens proberen; op tv, in het parlement en in de zaaltjes in het land. Oprecht met elkaar in gesprek gaan, niet op zoek naar verschillen, maar naar wat ons bindt. Om niet meer tegen elkaar, maar met elkaar te werken aan de publieke zaak. Die is immers van ons allemaal. Petra de Boer Betrokken burger en zelfstandig ondernemer in Amsterdam West